Burgemeester en wethouders van Boxmeer zijn niet bereid handhavend op te treden. Dat is de verontrustende conclusie die we moeten trekken na een lang debat op donderdagavond 11 april. Vanaf heden zijn overtredingen van een bestemmingsplan achteraf altijd nog te legaliseren door een verzoek om wijziging van het bestemmingsplan. Zelfs in het geval dat de gemeente in 2012 al een last onder dwangsom van € 50.000 heeft opgelegd. Onbegrijpelijk! Een koers waar wij als voltallige oppositie geen verantwoording voor willen dragen.
Aanleiding is een langlopende handhavingsprocedure tegen overtredingen van groepsaccommodatie de Vilt in Beugen. Deze overtredingen zijn in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied dat de gemeenteraad in juli 2009 heeft vastgesteld. De regels van een bestemmingsplan zijn bindend en inwoners van Boxmeer moeten zich daaraan houden. Aangezien de ondernemer de overtredingen niet ongedaan wilde maken, werd door het college in mei 2012 een last onder dwangsom opgelegd. Daarmee werd de ondernemer gedwongen om de overtredingen alsnog ongedaan te maken op straffe van een flinke geldboete. Vervolgens volgde uitspraken van de voorzieningenrechter en van de bezwarencommissie. Deze onderschreven dat het college een goed handhavingsbesluit had genomen en dat de bezwaren van de ondernemer ongegrond waren. Daarmee leek de zaak rond; het college kon zijn handhavingsbesluit doorzetten. Maar nee, in plaats daarvan nam het college ineens een compleet ander besluit. In plaats van te handhaven besloot het college nu plotsklaps de overtredingen te gaan legaliseren. De reden zou zijn dat bij de ondernemer verwachtingen waren gewekt dat de overtredingen gelegaliseerd zouden worden. Bijzonder is dat dit argument niet steekhoudend is, want de rechter, de bezwarencommissie en het ambtelijk advies hadden dit argument eerder al terzijde gelegd. Tijdens de vergadering van 11 april moest de burgemeester dit ook erkennen. Na vragen van de oppositie waarom het college 180 graden gedraaid was, kwam de burgemeester met het argument dat de ondernemer, na de last onder dwangsom oplegging, met een verzoek was gekomen om het bestemmingsplan te wijzigen op zijn locatie. Immers als het bouwblok groter gemaakt zou worden, dan konden de overtredingen daarmee ingepast worden. Het college had (zo zei de burgemeester) daarom opnieuw een belangenafweging gemaakt tussen het handhaven tegen de overtredingen en het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan. De conclusie was dat het college nu ineens mee wenst te werken aan het laatste verzoek en daarmee de overtredingen nu wel wil legaliseren.
Lees verder