Grondspeculanten in Boxmeer
Grondspeculanten in Boxmeer
Tot zo’n twintig jaar geleden hadden gemeenten een monopoliepositie op de grondmarkt. Zij kochten agrarische grond, maakten die bouwrijp en verkochten die vervolgens aan een bouwbedrijf of woningcorporatie. Bouwgrond is meer waard dan agrarische grond en de waardevermeerdering als gevolg van de functiewijziging kwam ten goede aan de gemeenschap. Daar konden noodzakelijke dingen van betaald worden, zoals openbare voorzieningen, het bouwen van betaalbare woningen en het aanleggen van infrastructuur. Maar de tijden zijn veranderd. De afgelopen twintig jaar hebben projectontwikkelaars, bouwers, beleggers en speculanten zich op de grondmarkt gestort en heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden in de eigendomsverhoudingen als het om grond gaat.
In overheidsland moet sprake zijn van transparantie omdat er met gemeenschapsgeld gewerkt wordt. De burger moet weten wat er met zijn geld gedaan wordt. Ook is er sprake van inspraakmogelijkheden in nieuw te ontwikkelen gebieden om het democratisch gehalte te bewaken. Hierdoor wordt recht gedaan dat de individuele burger zo weinig mogelijk nadeel ondervindt van ingrepen in zijn nabijheid.
Door deze transparantie ruiken speculanten hun voordeel: overal waar de (lokale) overheid wil uitbreiden worden gronden aangekocht voor een luttel bedrag. Agrariërs verkopen hun gronden voor een bedrag dat meerdere keren hoger is dan de waarde van hun landbouwgrond aan de speculant. De speculant die nu grondeigenaar geworden is, is spekkoper. De waarde van de grond verandert drastisch op het moment dat de grond de status van bouwgrond krijgt.
De overheid die het gebied wil ontwikkelen kan niet meer om de speculant heen.
De opbrengst van de waardevermeerdering waar de gemeenten eerst maatschappelijke investeringen van deed, verdwijnt nu dus in particuliere zakken.
Gemeenten lopen aan het lijntje van de projectontwikkelaars die zich als speculanten gedragen. Daardoor komen ruimtelijke doelstellingen, kwaliteit, innovatie en publieke voorzieningen in het gedrang. Bovendien betaalt de toekomstige woningeigenaar te veel geld voor zijn huis, de prijs van een nieuwbouwwoning is immers inclusief de grond. Andere gevolgen zijn de machteloosheid van de overheid, het gebrek aan transparantie bij de speculant en het op achterstand zetten van het algemeen belang. Eigenlijk hebben we het hier over een uitholling van de democratie als het gaat om de ruimtelijke ordening en de financiering daarvan.
Waar schaarste is, volgt speculatie. In navolging van de institutionele beleggers en projectontwikkelaars hebben de commerciële speculatiebedrijven de grondmarkt ontdekt. Zij hebben maar één doel: winstmaximalisatie; een waardestijging van honderden tot duizenden procenten.
Wie die woekerwinsten mag betalen zal duidelijk zijn. En dat hier het algemeen belang van goede ruimtelijke ontwikkeling volstrekt geen plaats krijgt, mag ook duidelijk zijn.
Minister Cramer (VROM ) weet van deze praktijken. “Het mag niet zo zijn dat via grondspeculatie enorme winsten geboekt worden waar wij geen weet van hebben. Dat is niet oké,” zei ze in februari dit jaar in het VPRO-programma Landroof. Om er vervolgens aan toe te voegen dat ze ook niet weet wat er aan te doen.
Maar de oplossing ligt voor de hand. Zorg dat bij bestemmingsplanwijzigingen de overheid het eerste recht heeft grond aan te kopen tegen de oorspronkelijke waarde, zodat de waardevermeerdering toekomt aan de gemeenschap. Met dat geld kunnen we betaalbare huizen in goede wijken bouwen.
Dit is overigens niets nieuws: de SDAP heeft dit al in 1935 in ‘Het Plan van Arbeid’ voorgesteld. De PvdA heeft er, toen ze in de vorige periode in de oppositie zat, zelf ook nog voor gepleit. Koppel direct het grondbezit los van het recht op ontwikkeling, zodat strategische grondverwerving en speculatie geen zin meer hebben. De overheid kan zich vanaf dat moment richten op serieus opdrachtgeverschap en daartoe de noodzakelijke deskundigheid aantrekken. En bouwend Nederland kan zich gaan bezig houden met waarvoor ze is opgericht: bouwen.
Samenstellingen van gezinnen veranderen. Gemeentes groeien in huishoudens en hebben behoefte aan meer grond voor bewoning of industrieterreinen. Dit geldt ook voor de gemeente Boxmeer. Daarom zal de woonwijk Maasbroekse Blokken (verder) ontwikkeld worden en ook het industrieterrein Sterckwijck.
Tijdens de politieke avond van 15 oktober vraagt het college van Boxmeer aan de gemeenteraad een aanvullend krediet van bijna 6 miljoen euro om gronden aan te kopen van Boxmeerse speculanten voor ongeveer 41000 m2 industriegrond. Dit houdt in dat de gemeente €160 per m2 betaalt. Wat hebben de Boxmeerse speculanten betaald: €10 per m2? Het verschil wordt opgehoest door de Boxmeerse burgers!
Door falend landelijke liberale grondpolitiek, kan Boxmeer nu niet anders dan veel te veel geld betalen aan deze speculanten en staan zij letterlijk met de rug tegen de muur.
Daarom dient er een fundamentele herziening van de grondpolitiek te komen, zoals het afschaffen van het zelfrealisatierecht. en de waardestijging van de grondprijs bij functieverandering moet aan de gemeenschap ten goede komen. Een ruimer voorkeursrecht en registratie economische overdracht tot nationalisatie van de grond.
Hierdoor wordt het algemeen belang en het gemeenschapsgeld gediend, zodat het parasitair gedrag van de (Boxmeerse) grondspeculanten gebroken wordt.
Winfried Bosters
Fractievoorzitter
SP Boxmeer